Adèle Meynendonckx

 

Eind 2006 kwam een prachtige witmarmeren buste van een jong meisje te koop. Het meisje draagt lang haar, dat bovenop het hoofd wordt samengehouden met een strik. Het blijkt om een buste te gaan van Adèle Meynendonckx, een persoon die, zoals later zal blijken, nauwe banden zal hebben met Geo Verbanck en zijn kinderen en kleinkinderen.

 

Adèle Yvonne Meynendonckx werd in Gent geboren op 27 april 1900. Haar vader, Guillielmus Meijnendonckx (Brussel 20.06.1869 – Gent 13.06.1956) was in 1890 van Brussel naar Gent gekomen, waar hij als “behangersgast” werd ingeschreven. Op 23 februari 1895 huwde hij Maria Sophia Van Steenhuijse (Gent 02.12.1872 – 23.03.1925), een winkelierster in verfwaren. Aanvankelijk woonden ze op de Zwijnaardsesteenweg, later trekken ze in bij haar ouders aan het Sint-Pietersplein nr. 26. Maries vader, Gerardus Ludovicus Van Steenhuijse (Gent 10.04.1850 – 30.07.1910) was zelf “huisschildersbaas”. Ook Maries jongere zus, Ludovica Emma (Gent 27.03.1880 – 13.05.1947) woonde bij hen in.

Wat interessant is voor de geschiedenis van Geo Verbanck, is het feit dat aan het Sint-Pietersplein nr. 23 op dat ogenblik een zekere Julius Albert Autrique woonde (°Brussel 12.04.1855), die bij de geboorte van Ludovica Emma optrad als getuige. Jules Autrique en de familie Van Steenhuijse waren dus duidelijk goede bekenden van elkaar. Hij was gehuwd met de Gentse Melania Maria Van de Walle (°Gent 04.04.1856) met wie hij drie kinderen had: Juliana (°Gent 20.01.1879), Raoul (°Gent 18.09.1880) en Hippolyte (°Gent 16.11.1882). Autrique, die handelsreiziger was, keerde na 1882 met zijn gezin terug naar Brussel. Daar werd een vierde kind geboren: Bertha Emma (Brussel 21.04.1886 – Gent 19.12.1936), de latere echtgenote van Geo Verbanck. Melanie Van de Walle overleed vrij kort daarop en weduwnaar Jules Autrique zond zijn jongste dochter Bertha op 24 mei 1892, dus net 6 jaar geworden, terug naar Gent, bij de familie Van Steenhuijse, waar zij opgroeide. In dat gezin werd in 1900 Adèle Meynendonckx geboren.

Toen Geo Verbanck Adèles buste in marmer kapte, moet zij ongeveer 10 jaar geweest zijn.

 

Op een van de zeldzame atelierfoto's die we van Verbanck bezitten, zien we de jonge beeldhouwer die het meisje in klei boetseert. In het atelier staan een aantal beelden en tegen de muur hangen enkele lijsten met foto's van andere werken van Verbanck. De meeste beelden hebben wij momenteel nog niet kunnen identificeren. In de fotocollage herkennen we toch een foto van een baby, Leon, gedateerd augustus 1906. Op een andere foto in de collage herkennen we het beeld van Deukalion die zich inspant om een rotsblok op te tillen, dat Verbanck eveneens in 1906 boetseerde toen hij voor de eerste maal meedong naar de Grote Staatsprijs voor Beeldhouwkunst, de z.g. “Prijs van Rome”. Een andere foto toont dan weer een juwelenkistje dat hij in 1908 maakte en nog een andere foto toont een witmarmeren vrouwenkop met gesloten ogen en halfopen mond, Brunhilde, waarmee Verbanck in 1908 verscheen op het driejaarlijkse Salon te Antwerpen. Achter het poserende meisje staat het beeld van Orpheus die de lier bespeelt, het beeld dat Verbanck maakte in 1909 toen hij voor de tweede maal meedong naar de Prijs van Rome.

Dit zijn dus allemaal data ante quem, waaruit we afleiden dat de atelierfoto dateert van circa 1910.

Adèle Meynendonckx bleef haar leven lang goed bevriend met de familie Verbanck. Vooral met het gezin van dochter Julienne had zij intense banden. Op elk familiefeest werd zij uitgenodigd en zij werd zelfs meter van Juliennes zoon Winy. Zij overleed ongehuwd in een rusthuis in Nazareth (Eke) op 1 juli 1983 en werd begraven op de Westerbegraafplaats in Gent.

 

Gegevens o.m. uit de bevolkingsregisters van de Stad Gent, met dank aan de heer Philippe Debergh.

© Anthony Demey, Stichting Geo Verbanck, 15.04.2007

terug naar "portretten"